Een Zweeds huisje
Een eigenzinnig huisje diep in het bos
Cultureel erfgoed is niet alleen ruime kastelen en kerken, ook gewone huizen leggen hun getuigenis van het verleden af. De kans is groot dat het cultureel erfgoed van gewone mensen met de tijd verloren gaat. Daarom vind ik het belangrijk om ook alledaagse interieurs vast te leggen.
Dit is het zomerverblijf van mijn oom en tante. Het lijkt alsof de moderne tijd dit huisje nog niet heeft bereikt. Klein en vol maar met genoeg bedden om de hele familie te ontvangen.
Het huis is in 1964 gebouwd met oud hout van een boeren schuur. Een lokale bouwmeester, die de oude bouwstijlen kende, ontwierp het huisje in overleg met mijn oom. Dankzij de bedekking van het dak met gras is het makkelijk warm te stoken in de winter en blijft het koel in de zomer.
De indeling is traditioneel, met twee even grote vertrekken aan elke gevel en hal en keuken in het midden. In de woonkamer wordt ook gegeten.
Een keuken van alle gemakken voorzien uit de jaren 60. Warm en koud stromend water, een houtfornuis en een elektrische kookplaat erbij.
In de andere kamer wordt geweven, tv gekeken en geslapen. In een Zweeds huisje is er altijd iets te doen!
Toen het huis klaar was, bleek dat er nog hout over was. Het leek genoeg voor een extra huisje voor gasten, en gereedschappen.
Mijn tante vertelt dat het toch net te weinig hout bleek te zijn, dus moest er meer hout komen. Vervolgens leek het net genoeg voor nog een huis. In totaal zijn er op die manier vier gebouwen neer gezet. Allemaal verschillende interpretaties van de traditionele rustieke stijl.
In de bouwijver werd ook een garage gebouwd, zodat de inpandige garage een klusruimte kon worden. De menselijke drift om te maken en bewaren is hier sterk aanwezig. Als je graag je handen gebruikt en in staat bent om te repareren en maken weet je immers nooit wanneer iets van pas komt.